vrouwenkledingstuk, lijfje
Dat is een mooie rok, en as je daor nog een liefie op zet, dan hej een mooie jurk (Klazienaveen)
Een liefie haj met en zunder mouwen. Je dreugen het over de börstrok en het zat strak (Gasselte)
Ze had een mooi kleurd liefie (Roswinkel)
De vrouw dee het liefie lös um het poppie tet te geven (Eext)