liest I -en, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: leiske (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), lies (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), leis (Kop van Drenthe), laiske (Veenkoloniën), lieste (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), leeist (Midden-Drenthe)

  1. lies

    Het deu hum zo zeer in de leisken (Nieuw Schoonebeek)

    Het stek mij daor in de liesten (Sleen)

    Ik heb een dikte in de lieste. Volgens de dokter heb ik een breuke (Meppel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...