liest II -en, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe
  1. lijst

    Dat schilderij zit wat te krap in de liest (Gasselte)

    Wij hebt het portret met dukers an de liest spiekerd (Schoonebeek)

    Zie ook:
  2. lijst, tabel

    Hej de liest met bosschuppen klaor? (Valthe)

    Wat har Jaan zien jong een mooie liest, almaol aachten en negens

    Hij stun veur vief gulden op de liest

    Der is merakel tiekend op de liest veur het feest (Weerdinge)

    Hij stund hoog op de lieste

    Zie ook:
  3. schoorsteenlijst

    Der lop een liest um de schörstien (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...