lomp bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe

Ook: lompen (Midden-Drenthe), lompend (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), lompen(d)

  1. lomp

    Dat is een groot, lomp peerd (Grolloo)

    Een lompen persoon ligt mij niet (Eext)

    Het is een lompe bok van een kerel (Klazienaveen)

    Hie kan zo lomp oetvallen (Sleen)

    veur 'n dag kommen (Oosterhesselen)

    Die is zo lomp in de mond, het is dan ook een lomperik

    Wat kom je der lompend met an

    Zie ook:
  2. heel erg(Midden-Drenthe)

    Die knuppel was lomp stark (Ruinerwold)

    Het is lomp zwaor (De Wijk)

    Hij is lomp stief (Zuidwolde)

    ...groot (Wapse)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...