lotten werkwoord, zwak, (on)overgankelijk
  1. om iets loten

    Wie hebt er eerlijk um lot en do zat hij der in (Barger Compascuum)

    Zie ook:
  2. naar de loting gaan voor militaire dienst

    Hij mus hen lotten en hef zich der in lot, ...anlot

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...