Ook: lorken (Zuidwest-Drenthe Zuid), lörken (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
lurken
Sigaren rookte hie niet, mar hie zat de hiele dag an zien aolde piep te lurken (Oosterhesselen)
langzaam, genietend of slurpend drinken(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe)
Hij zit laank an zien koffie te lurken (Een)
lurpen