luun onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: luden

  1. luiden

    Bij braand gungen ze vrogger de klokke luden; ook wel bij een verkoping of boolgood (Diever)

    Ze luudt, wie wordt er begraven? (Noordscheschut)

    's Aovends um negen ure worde de klokke op het gemientehuus eluud; dat was de breibengel, want dan g (Hoogeveen)

    Hij hef een klokkie heuren luden, maor hij wet niet waor de klepel hangt (Wapserveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...