luustern I bijvoeglijk naamwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: lustern II, luusters (Zuidwest-Drenthe), lustern (Midden-Drenthe), luustern II

  1. van lustre

    Hij haar een zwaart luustern jassie an (Roderwolde)

    Ze had een luusterse schölk veur (Meppel)

    luuster I

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...