mèeier -s, de

Spellingvarianten als bij: mèeien

  1. maaier

    Een goeie mèeier mus twie biensters veurblieven (Odoorn)

    Een slechte meeier hef nooit een goeie zende (Pesse)

    Een goie maaier moet met elke snee een vout veuroet kommen (Roden)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...