móssen overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidwest-Drenthe
  1. morsen, knoeien

    Ze moet niet zo met die koffie zitten te mossen (Anderen)

    Mos toch niet zo met dat maal (Padhuis)

    Zie ook:
  2. (mot)regenen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Low mar gauw voortmaken, het begunt al te mossen (Coevorden)

    Zie ook:
  3. slecht maaien

    Het koren der of mossen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...