maagzweer de
  1. maagzweer

    Hij maakt zuk weer veuls te drok en nou hef e weer een maagzweer (Barger Oosterveld)

    Hie hef er lang met legen, met die maagzweer; der stun eerder zes week veur (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...