meeheer -heren, de, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: mieheer (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), mitheer (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), meiheer (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. jongen, die - vooral in het voorjaar, als er lammeren waren - de scheper hielp om het vak te leren

    Mien vaoder hef eerder meiheer west bij de scheper van Exel (Exlo)

    Zie ook:
  2. chaperonne(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    ...de mieheer. Ok gungen ze wel met as begeleiding van ien van gegoede familie, die allèn niet goed (Borger)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...