meer III bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe

Ook: mjeer

  1. meer

    Zie hebt hum meer dood as limtig oet het water haald (Oosterhesselen)

    Wie waren der nog meer

    Doe mij mor giende mèer

    Kaantenmeeien, dat doen ze nou niet meer (Uffelte)

    Hoe hedde die nog mèer

    Hie is der niet meer, hie is al jaoren dood (Borger)

    Der kan aaid nog meer bij (Emmen)

    Hij hef meer knikkers in de buutse as ik (Barger Oosterveld)

    Het völ mit, het was meer dan ik dachte (Vledder)

    Mèer is nooit vol (Beilen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...