meerderheid de
  1. meerderheid

    De meerderheid was veur een ruilverkaoveling (Een)

    Wij sluut oes mor bij de meerderheid an (Ekehaar)

    Wie bunt dik in de meerderheid (Nieuw Schoonebeek)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...