Ook: mienig (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), meinig (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), menig, mainig (Veenkoloniën)
menig
Hai het mennig keer dronken west (Zuidlaren)
Mennig hoesholden wil gien gedoe met dat volk hebben (Borger)
Daor hebt ze mienig jaor woond (Exlo)
menigeen(Midden-Drenthe)
Mennig hef der schaande van spreuken (Balloo)
enige(Zuidwest-Drenthe)
Ik wol der wal een stuk of mennig van hebben (Diever)
Een week of mennig