meegeven
Het is een lange reis, ik zal hum wat extra geld mitgeven (Meppel)
Ze hebt oous de bosschup goud metgeven van kom niet te laot weer (Eext)
Oes volk hebt mij de bosschup metgeven, dat ik op tied weer kommen mus (Borger)
zich soepel houden(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Toe jonge, ie mun wat mitgeven, aj komen te valen (Meppel)
geen weerstand bieden
Dat spul gef met (Sleen)