metvaller -s, de, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: toevaller (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. meevaller

    Was het nog wat een metvallertien? (Sleen)

    Toen het ofbreken kwam, was er niet veule metval bij

    Dat was een metval veur hum (Nieuw Dordrecht)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...