Ook: murf
zacht, vaak overrijp, gezegd van fruit
De pèren smaekt nog net good, mor zij bint bij meur of (Diever)
vermolmd, verrot
Die zakken bint zo meur as de pest (Anloo)
Dat holt is meur, ij kunt er zo met een spieker insteken (Emmen)
los(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Deur die mes en die stoppels wordt de grond mooi meur (Sleen)
zacht(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
Dat is een stukkien lekkere meure koeke (Padhuis)
morf
morg