miegerd -s, de
  1. mier

    Zie ook:
  2. persoon met verschillende (onaangename) eigenschappen

    Dat is zo'n zunige miegerd, die wil zien eigen stront wal vretten

    Die opzichter is ok een miegerd van een kerel

    Wat is dat een vale miegerd

    Wat een miegerd, ik mag hum niet praoten heuren

    zeikerd

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...