Ook: menen (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), meinen (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), mainen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), meeinen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)
van mening zijn
IJ kunt wal menen daj daor langs kunt, mor dat is niet zo (Gasselte)
menen
Hij mient wel, wat e zeg (Zuidwolde)
bedoelen
De olden mient het miestal wal goed met hèur kinder (Zwinderen)
denken
Konst wel meinen dat dien neuze ein metworst is, mor het is een snötvat (Emmer Erfscheidenveen)
genegen zijn, oprecht liefhebben
Hai meint heur nait (Roden)
Hie meent het wel met heur (Balloo)
*Meinen lig een uur achter kikvorsenneers (Barger Compascuum)
Menen lig in België (Broekhuizen)
Duutslaand (Dwingelo)
Braobant
Mienen hef een aold wief bedreugen (Coevorden)
Mienen doej op een boeldag
mienen III (Gasselte)
Mienen is bakker zien katte an dood egaone (Hollandscheveld)