miesderd -s, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: miesterd (Midden-Drenthe), miezerd (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. akelig, onaangenaam persoon

    Een miesderd is een deur en deur vervelend persoon (Eext)

    Wat is dat een miesderd, ij kunt er gien egge of rugge van gewaar worden (Sleen)

    Zie ook:
  2. onooglijk mannetje(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Zij is niet te spreken as ze gien man in de buurte hef, al is het nog zo'n miezertien (Meppel)

    Zie ook:
  3. iem. die met lange tanden eet (zoz, zwz).

    Zo iene nuumt wij kauwerd of miezerd (Wijster)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...