mollenvel -len, de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte) Bron: A. Dening
  1. vel van een mol

    Het allozie zit in een alloziekast, woor een mollevellegie in ligt (Gieterveen)

    Hij spiekerde het mollevel op de baanzerdeur

    Zie ook:
  2. losse sjaal over de mantel(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Hij hef een mollenvel um de hals (Padhuis)

    Zie ook:
  3. stof van fijn en dicht katoenen molton(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Mollevel en pilo, daor hadden ze ok warkbroeken van (Hoogeveen)

    Ik hebbe zöls het mollevel en het konterstuutsiekoor nog veur hum koft

    Bron: J. E. Bloemen Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...