mombak -ken, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: mombakkes (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Zuid), monnebak, mondbak, mommebak, mombek

  1. masker

    Hij hef veur Sunderklaos espeuld, hij hadde een mombak op mit een grote baord der an (Havelte)

    As kiend duurde ik niet hen de schoele umdat ik een mombak hare

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...