mondstuk het
  1. mondstuk van blaasinstrument

    Ik kan nich blaozen, ik heb het mondstuk vergeten (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. mondstuk van een sigarenpijpje of van een pijp

    De piep hef een botten mondstuk (Wijster)

    Zie ook:
  3. klein Duits zakpijpje

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...