morf bijvoeglijk naamwoord, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: morg (Zuidwest-Drenthe)

  1. zacht, overrijp van fruit

    Ik heb van mien tante een morve pare ekregen (Koekange)

    Een appel die een tied in het heui elegen hef, kan zo lekker morg worden (Havelte)

    Zie ook:
  2. beurs

    De appels bint morf deur as ze op de grond evöllen bint (Elim)

    meur

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...