Ook: morren (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
prutsen, knoeien
Die man schöt niks op, hie zit de hiele dag mar wat an te morreln (Uffelte)
peuteren, wroeten
Wat zit ie toch te morreln an de deure, of past de sleutel niet? (Broekhuizen)
murmelen
Zie ook: