muf bijvoeglijk naamwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe

Ook: mof (Kop van Drenthe)

  1. muf, niet fris

    Wij moet dat beddegoed mar ies luchten, het ruukt zo muf (Oosterhesselen)

    Die stoet is muf (Dalen)

    Der zit een moffe smaok an (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...