muite de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: maaite (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), muuite (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), meuite (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord), moeite

  1. moeite, inspanning

    Het is de muuite van het praoten niet weerd (Schoonebeek)

    Het het mai muite kost om het raom er weer in te kriegen (Roden)

    Mit muite is het gelokt (Pesse)

    Neem dit ok even mit, dan kan het in ein muite deur (Roswinkel)

    Het is ien muite

    Dat legaot was wel de muite (Norg)

    ...de muite weerd

    Die man is min van muite, alles in hum teveul

    Zie ook:
  2. drukte

    Maak mor niet meer muite as neudig is (Stieltjeskanaal)

    Ai huiven om mai gien muite maoken (Roderwolde)

    ...te doen (Valthe)

    Zie ook:
  3. probleem

    Ik heb der muite mit as het zo drok is (Schoonoord)

    Zie ook:
  4. onenigheid(Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Om muite te veurkommen, heb ik mij maor stil holden (Zuidlaren)

    Hij zöch muite (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...