nabben overgankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: nobben (Midden-Drenthe), nappen, neppen (Zuidwest-Drenthe Zuid), nagken (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), neppen II, noppen

  1. elkaar spelend in de nek bijten van paarden

    De peerde

    napt mekaar (Coevorden)

    Wat staot die pèerde daor mooi te nagken (Emmen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...