naodrager de, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: naodraagster, ...draagster (Zuidwest-Drenthe)

  1. degene die reeds gebruikte kleren van een ouder kind draagt

    De kleren bint duur tiggenswoordig, mor het scheelt dat e een naodrager hef (Hijken)

    Ik waar altied naodrager van mien breur (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. het door een ouder persoon reeds gedragen kledingstuk

    IJ hebt, dunkt mij, een naodragertien an van jo va (Dalen)

    Zie ook:
  3. drager of draagster van een kind voor en na de doop(Zuidwest-Drenthe)

    Meestal is degene die vernuumd is, de naodrager (Noordscheschut)

    Die veur de deup het kiend binnen brengt naor de moeder, dat is de naodraagster (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...