naokommer -s, de

Spellingvarianten als bij: kommen

  1. nakomer (vaak verkl.).

    Der was nait meer op rekend, het was een naokomerie (Zuidlaren)

    Zo'n naokomertie wordt vake arg verwend (Noordscheschut)

    naokommeling

    Zie ook:
  2. trage groeier(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Bij vee kuj ook wel ies een naokomer hebben, zoas een keugie, dat niet gruien wil (Wapserveen)

    Zie ook:
  3. nog nakomende zwerm(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Ie hebt een bromzwarm, middenzwarm en een naokomertie (Geesbrug)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...