netteln werkwoord, zwak, (on)overgankelijk, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: neteln (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), nitteln

  1. hard lopen

    Hie (...) nettelde met een half zwörm iemen in het haor de hof oet

    Zie ook:
  2. wegjagen(Midden-Drenthe)

    Ik heb de hond de schuur oet netteld (Rolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...