nevens voorzetsel, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: nèven, nevenst (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. namens(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Nevens mien va mus ik je dat even vertellen (Sleen)

    Zie ook:
  2. naast(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Die woont nevens elkaar (Hollandscheveld)

    Het lig nèven de klokke (Nieuw Schoonebeek)

    neffen(s)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...