Ook: nieg (Midden-Drenthe)
klinknagel
Een goeie scherenslieper hoolt de niege oet de schere bij het sliepen (Schoonebeek)
De schoemaker niegde de halsters. Hie sluug er van die kopern niegen deur (Sleen)
pen
De pen in de scharnier van de deur is hier een niege (Nieuw Dordrecht)
nele, niet II