nieveln I overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. pakken

    Dat hef hij mij zo stiekum weg uut de buze nieveld (Klazienaveen)

    Zie ook:
  2. wegstoppen(Zuidwest-Drenthe)

    Ik zag het hum net achteroet nieveln (Drouwen)

    Hij gniefelde het achteroet (Nieuw Schoonebeek)

    Zie ook:
  3. prutsen(Zuidwest-Drenthe)

    Hij mag geern nieveln (Fluitenberg)

    Zie ook:
  4. knabbelen

    Het wordt nieveln op een bottien, die 'n aander liggen lat

    Bron: Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...