nikkenak de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: nikkernak (Kop van Drenthe), nikkenakke (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. nek, schouder, de plaats, waarop een kind wordt gedragen

    Jampie zit aaltied bie zien pap op de nikkenak (Odoorn)

    Kleine kinder wilt gèèrn op de nikkenak (Weerdinge)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...