nostern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: nustern (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), nöstern (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. mopperen, pruttelen

    Zit toch niet zo te nostern, wees toch ies wat opgeruumder (Coevorden)

    Die zit ok weer te nustern, maor daor moej je niks van antrekken (Drouwen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...