Ook: neuling(s), neuling (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), nuiling (Kop van Drenthe), neulijk (Midden-Drenthe), nulig, nulijk
plotseling
Het kwam mij wal een beetien nuling op de hoed vallen (Emmen)
nauwelijks
Het voor kun mor nuling deur de baander
Het klied kan der mor nuling oet
moeilijk, lastig
Het is een nuling geval