oesterig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe
  1. goor, ongewassen

    Ie kiekt oesterig toe, wannèer hej oe ewassen? (Dwingelo)

    Hij is altied èven oesterig um de kop (Elim)

    toesterig

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...