oetblieven onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. uitblijven

    Dat kun nich oetblieven, dat mus een keer verkeerd gaon (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. wegblijven(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Het middageten wordt mij kaold, zo lang blieft ze oet (Exlo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...