blijven drijven
Hij hef zich laoten uutdrieven
uitdrijven
De schaopen worden het hok oetdreven (Roderwolde)
Kun ij de beeist wel oet dit stuk oetdrieven? (Eext)
Ik zag de melk tou het pannegie oetdrieven
uitwerken(Veenkoloniƫn)
De kou wol het lief oetdrieven
uit elkaar gaan
De mesbult is oetdreven