oetdrukken overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. uitdrukken

    Hummelhönnig kuj uutdrukken en opèten (Kerkenveld)

    Do mos dij wat dudelijker oetdrukken (Schoonebeek)

    Hij wol mie wat vertellen, mar kun het nich goud oetdrukken

    Zo drukt wij dat niet oet

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...