uitdrukking
Die uutdrukking kenne wij niet (Zuidwolde)
Ach, dat was zo mar een uutdrukking (Vledder)
Dat mut dan ok tot uutdrukking komen (Hollandscheveld)
gezichtsuitdrukking
An de oetdrukking op zien gezicht kuj wal zien, dat e wal wat beleefd hef (Hooghalen)
De oetdrukking van het gezicht is niet goed; hie kun wal ziek wezen (Sleen)