oetlaoten I bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: ...gelaoten

  1. uitgelaten, blij, dartel

    De kinder waren zo oetgelaoten! De meester was zeeik (Anloo)

    Wat waren die kalver uutgelaoten, toen ze in het laand kwamen (Gieterveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...