oetlochten overgankelijk, werkwoord, zwak

Ook: oetluchten

  1. luchten

    Gooi de deur lös, dan kan het even oetlochten (Gasselte)

    Ik heb de kleren buten hangen um uut te lochten (Noordscheschut)

    Zie ook:
  2. afreageren(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Hie moet zuk even oetlochten (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...