oetmalen sterk, werkwoord, zwak, (on)overgankelijk
  1. het volume vermeerderen door te malen

    Haover maolde het meiste oet (Roden)

    Het is beste rogge, het is helder

    weg uut emèulen (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. uitmalen van water

    Mit de watermeule het water in- en uutmalen (Elim)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...