oetstrieken sterk, werkwoord, (on)overgankelijk
  1. uitstrijken

    Dei

    varve strik slecht oet (Nieuw Schoonebeek)

    Zie ook:
  2. overlopen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Het hef de hiel dag erègend, de sloten striekt al uut (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...