duidelijk maken, uiteenzetten
Ze hadden mij mor half begrepen en daorum mus ik alles nog een keer oetstukken (Sleen)
Hij hef mie even oetstukt, woor ik langes mus (Barger Compascuum)
verstellen, een nieuw stuk ergens in- of opzetten
Zul dat raamkezien nog oetstukt kunnen worden? (Stieltjeskanaal)
De baanderdeuren bint vanneis uut estukt (De Wijk)
De boks oetstukken (Zeyen)
uitspoken, doen
...um te kieken, wat de buren uutstukten (Meppel)
Ik mus mien linkerhaand in de lichter hebben. Dan kuj niet veule uutstökken mit iene haand (Kerkenveld)
groeien(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Aj die biesten in dat laand doet, lig het veur de haand dat ze meer inlakseert dan uutstukt (Zuidwolde)
in delen maken(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Een zwien oetstukken (Westdorp)