oettieken overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. uittekenen, beschrijven

    Hij kan die kèrel wal van a tot z oettieken (Sleen)

    Zie ook:
  2. uitbeelden(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    De duvel wordt meestal uut etekend as iene mit twei horens op de kop (Meppel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...