ofbranden overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. afbranden

    Zien slag heide is of ebraand (Hoogeveen)

    Slootkanten ofbranden deden wij altied veurjaors (Erica)

    Zie ook:
  2. schieten(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Dat olle jachtgeweer brandt ok mooi of (Klazienaveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...